donderdag 8 maart 2018

Klein geluk

Blauw stond al een hele tijd niet meer garant voor warm.
Het was enkel een vrijbrief om me regenbroekloos de straat op te wagen. Meer niet.
Elke morgen hijs ik me in een harnas van sjaal, muts en handschoenen. Onherkenbaar in lagen wol en winterjas. Gewapend tegen de blauwe, maar bijtend koude lucht.

Het moment komt altijd, net zo zeker als Sinterklaas.
(Alleen wat minder klokvast.)
Dit jaar viel ik stil tijdens een 'shit! we hebben nog postzegels nodig' sprint naar de post.
Ik haast me door de straat en val plots stil.

Klein geluk, voor het eerst sinds lang weer de zon op je rug voelen.

maandag 12 februari 2018

Vertrek (de foto die ik ook niet maakte)

De koffer waar hij - mits wat proppen - zelf in zou passen houdt zijn stuiterende passen vrolijk ratelend bij.
Op de parking schiet hij heen en weer tussen een laatste knuffel en het plekje in de rij om een goed plaatsje op de bus te veroveren.
'Nog even samen op de foto?' opper ik op het moment dat de leiding roept dat ze gaan vertrekken. Hij schiet naar zijn plaats in de rij. Zijn blik gericht op de busdeur. Zijn hand verontschuldigend wapperend boven de hoofden van de medeskiërs.
Op de bus drukt hij zijn neus tegen het raam. Hij zwaait. Eén al glimlach en grijns.

Ik zwaai.
De bus start en draait de weg op.
Ik zwaai. Hij blijft kijken, glimt nog harder en zwaait zijn vriendje net geen bloedneus.
De bus rijdt de straat uit.
Ik zwaai.
De bus draait de hoek om en verdwijn uit het zicht.
Ik zwaai.

Ik nam geen enkele foto, maar hij plakt op mijn netvlies.
Glimmend en zwaaiend.

donderdag 25 januari 2018

Gedichtendag 2018



Poëzie

Zoals je zegt 'val maar, sneeuw'
als het al een half uur sneeuwt, 

zo heb ik er 45 jaar over gedaan 
om er 45 jaar over te doen, 

zo zeg ik 'slaap maar' 
tegen een dochter die al lang slaapt

en heb ik het daar twee uur later
nog altijd een beetje warm van, 
als een thermos. 

(uit Verzamelde Gedichten - Herman de Coninck)