donderdag 11 januari 2018

Is het al lente?

Als gezelligheid een maand zou toegewezen krijgen, dan mag dat wat mij betreft december zijn.
Die jaarfeesten zijn slim bekeken. Laat ons voorpret en gezelligheid van Sint en Kerst in december proppen. En kom, we kappen er nog eens Oud & Nieuw bovenop. We houden iedereen zo bezig in de gezelligheid van hun woonkamer dat het wat minder opvalt dat blauwe hemels en een droge dag gekoesterde uitzonderingen zijn.
Chapeau voor de knappe koppen die dat ooit bedisselden.
Maar toch, één puntje van kritiek.

Hadden we beter niet wat opgespaard voor januari?
Wees nu eerlijk. Behalve de eerste in de rij te zijn heeft die maand toch niets dat in haar voordeel spreekt. Of het moet de onweerstaanbare drang zijn om de (nep)kerstboom terug naar zijn hoek in de kelder te verhuizen.

Maar voor de rest? We zijn half januari.
Al driemaal door de regen en de duisternis van en naar het werk gefietst. Een kind (en vooral haar schoenen) moeten redden uit een modderpoel op het speelplein. Me laten misleiden door de blauwe lucht buiten en iedereen naar buiten gejaagd voor een rondje wangen afvriezen op het strand.
Ondanks het feit dat de kerstboom plaats ruimde schuiven de muren onmerkbaar dichter op ons af.

Is het al lente? Bijna?

woensdag 29 november 2017

Wat ik nog wil vergeten

Klein geluk kan in een klein hoekje zitten.
Of in een mail van Azertyfactor, zoals deze middag: 'Proficiat, jij bent onze tip van de week!'

Schrijver Yannick Ottoy viste mijn tekst 'Wat ik nog wil vergeten' uit de Azertyfactorvijver en zette hem in de kijker met deze motivatie:

Het grote drama van geluk, zo hoorde ik iemand ooit zeggen, is dat het de bron van ongeluk is. Alles wat je gelukkig kan maken, kan je net zo droef stemmen. Maar je zal je moeten hechten, want het is eenzaam leven in de grote woestijn. Misschien heeft KiM dat willen zeggen. Misschien heb ik dat verkeerd gelezen. Dat kan ook. Maar het was fijn om te lezen. Dat zeker.

Ik vier een klein feestje in mijn hoofd.

Lezen? Dat kan hier

dinsdag 14 november 2017

De foto die ik niet maakte #16

Mijn voeten malen op de trappers. De wind beukt hardhandig terug en ik maak slechts milimeters.
Regen gutst met koude vlagen rond. Niet het gestage gedruppel dat ons land kenmerkt, maar venijnige vlagen die snijden in elke millimeter blote huid die ze weten te vinden.
Het oker van de herfst is net opgeslokt door het vallen van de nacht. Lantaarnlichten markeren de lange weg rechtdoor die ik nog te ploeteren heb. Ik worstel me een weg door draaikolken vol tollende herfstbladeren.

Links van me gloeit een groot raam warm naar de buitenwereld. Een van de weinige huishoudens die het onweer niet buitensloot met een rolluik of gesloten gordijn.
Een jonge vrouw zit in de zetel. Een stapel kussens in haar rug, een deken over haar benen. Aan de andere kant van de kamer gloeit een brandende haard.

Ik ploeter door de regen en plassen. Langzaam lopen mijn schoenen vol. Mijn sokken slurpen gulzig het water op. De wind beukt, de regen striemt. Ik maak millimeters.
Millimeters naar mijn eigen warme nest waar droge sokken en zachte dekens wachten.