Posts tonen met het label lopen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label lopen. Alle posts tonen

dinsdag 4 oktober 2016

See me run

Als stilzitten niet lukt en mijn hoofd blijf malen, strik ik mijn loopschoenen dicht. Niets helpt beter om mijn hoofd uit zijn eindeloze rondjes te halen dan zelf een groter rondje te gaan lopen. Maar wat brengt dat lopen mij?




  • Trage rondjes zijn ook rondjes. De eerste van het peloton zal ik nooit zijn. En eigenlijk maakt het me ook niet meer uit. In plaats van naar de snelheid te kijken, focus ik me op de kilometers die ik zie aantikken. 7 kilometers is voor iedereen iets anders. Voor de één is het de opwarming bij een marathon, voor de ander is het al 6,5 km teveel. Ik herinner levendig de tijd dat het dat laatste was en ben nog steeds content met elke kilometer die ik extra kan lopen.  
  • Ga naar daar waar de wind door de bomen waait. Ik loop het liefst tussen de velden en de bomen. Het werkt om buiten te zijn en week na week langs dezelfde maisvelden te lopen en die door de maanden heen te zien veranderen. Van frisgroen, naar uitbundig wuivend tot ze opeens weer gemaaid en kaal zijn. Hoe minder volk ik tegen kom, hoe beter. 
  • Guilty pleasure muziek. Hoe meer hoe liever. Lopen met podcasts of luisterboeken, ik heb het geprobeerd. Maar geef mij toch maar goeie opzwepende muziek. Justin Timberlake, Sia, Rihanna, Taylor Swift. Als de cadans overeenkomt met het tempo van mijn voeten is het oké. En meer dan eens is het de muziek die me verder stuwt. Met stip op nummer 1: Harder/Better/Faster/Stronger van Daft Punk. 
  • Heel soms lijkt het alsof je borstkast openbarst. En dat zijn de beste momenten. En dan heb ik het niet over het gevoel dat je een mild hartinfarct hebt of dat je milt beslist om het op te geven. Soms zit het loopritme goed, is de muziek perfect is en de omgeving adembenemend schoon. En dan wil je het moment gewoon in een doosje doen en voor altijd bijhouden. Zou dat de runners high zijn? 
  • Regenloopjes zijn de beste loopjes. De tijd dat ik mijn loopschoenen terug op het rek mikte als de regenwolken samentroepten aan de horizon is voorbij. Gaan lopen in de regen is het beste wat er is (wel even zorgen voor een waterdicht hoesje voor je smartphone). Ik heb het gevoel dat ik extra zuurstof krijg als het hoost en de regen zorgt voor instant afkoeling. 
  • Een paars hoofd hoort erbij. Het is niet anders. 

woensdag 22 juni 2016

Might wake up early and go running...

Een short, T-shirt en bolletje sokken vormen al drie weken een net stapeltje op de kast in de badkamer. Ik verzamelde die loopoutfit in een vlaag van enthousiasme op een zondagavond om  22.45 u. Uit mijn agenda bleek dat het er niet inzat om die week 's avonds mijn rondje te gaan lopen en met de adrenaline van Wings for Life die nog nazinderde, neep dat. 

Op zondagavond om 22.45 u. is het slechts een kleine moeite om het alarm van 6 u. naar 5 u. te verzetten. En om alle loopbenodigdheden klaar te leggen zodat je stil het huis kan uitglippen. 
Tevreden gleed ik onder de dekens. Ik voelde al hoe gezwind mijn benen over de bedrand zouden zwieren. Hoe ik mezelf in mijn loopkleren zou hijsen en ik met wat slapers in mijn ogen de straat uit  zou draven. 

Ochtendloopjes, dat ik er nooit eerder aan gedacht had. 

Maandagmorgen om 5u. 

Waar komt dat gepiep vandaan? Het is nog maar 5u? Welke idioot verzette mijn wekker? Oh juist. Ik zou gaan lopen. Misschien nog éénmaal snoozen. Ik lig zo lekker. Ik denk dat ik nog nooit zo lekker gelegen heb. 

Aargh, daar is die wekker weer. Nog één keertje snoozen. Zo meteen sta ik op. Dan maar een korter loopje. 

Hé? Is die wekker daar weer? Ik ben nog zo moe en het regent buiten. Het is al 5.30 u. Dat is eigenlijk de moeite niet meer. Ik zet de wekker weer om 6u, maar morgen ga ik er vroeger uit om een ochtendrondje te lopen. 

x 3 weken. 






maandag 9 mei 2016

... what if you fly

Het is één van die quotes die al vroeg op mijn pinterestbord belandde:


Inzetbaar voor veel, zo niet voor alles, wat ietwat buiten mijn eigen comfortzone ligt.

En net die comfortzone begon mij het laatste jaar wat krap aan te voelen. Wat had ik nog voor nieuws geprobeerd? Wanneer had ik nog eens iets gedaan dat me een klein beetje zweet in de handpalmen bezorgde, maar waarvan ik wist dat het de moeite zou zijn. Bitter weinig, merkte ik als ik de balans opmaakte.

Ik denk dat ik in december een beetje ben beginnen duwen tegen die grens. Na twee jaar niet durven, zette ik mezelf klem door me in te schrijven voor Wings for Life.
(Voor wie het concept niet kent. Wings for Life is een loopwedstrijd waar de finishlijn een catchercar is. Als deze je inhaalt is jouw race voorbij. Doel is dus de catchercar zo lang mogelijk voor te blijven en zo ver mogelijk te lopen).

Ik zwierde de argumenten tegen (geen conditie | een kuit die moeilijk bleef doen) van de tafel en suste mezelf met 'ik heb nog vijf maand om te trainen'.

Een week voor de wedstrijd vroeg ik me af  waar mijn gedachten zaten toen ik me inschreef en overwoog mijn nummer aan iemand anders te geven.
Twee dagen voor de wedstrijd liep ik mijn wekelijkse rondje en wist ik: ik kan vlotjes een half uur lopen en heb nog over. Dat was meteen ook het enige plan: vlotjes een half uur lopen en dan wel zien.
Het kan zijn dat ik zaterdag gedroomd heb van struikelen over mijn eigen voeten of de verkeerde afslag nemen op het parcours.
De dag van de wedstrijd zag ik misschien een beetje groen door de zenuwen.
Maar toen was daar het startschot en een massa lopers die je willens nillens voortstuwen. Mensen aan de kant die stonden te juichen en ten slotte alleen nog muziek in mijn oren en mijn benen die hun cadans vonden.


Ik heb net acht kilometer in net geen uur gelopen. Meteen weet ik ook hoe een smeltend ijsje zich voelt bij 27°. Ik zou mijn tijd en afstand kunnen relativeren. Dat ze in het niets vallen bij vrouwen die vlotjes 20 km en meer maalden, maar ik doe het niet.

Ik ben ongelooflijk trots op mezelf. Zo trots dat het bijna voelt als vliegen.

woensdag 22 april 2015

De eeuwige starter

Twee jaar geleden zei de spier in mijn rechterkuit *knap*. Op drie kilometer van ons huis liet mijn been me enkel nog de mogelijkheid om te kruipen. Natuurlijk net die keer dat ik ging gaan lopen zonder telefoon, waardoor ik ze ook effectief kroop ... die drie kilometer.
Om daarna de rest van het jaar niet meer te lopen.

Vorig jaar ontdekte ik dat Evy ook in app-vorm te verkrijgen was en ik gaf haar een onderkomen in mijn telefoon. We werden een hecht duo. Ze loodste me in no time naar de laatste les en al gauw draafde ik rondjes zonder haar hulp. Gewoon goeie muziek in mijn oren en gaan...
Op één van die zomeravonden - op een halve kilometer van huis - voelde ik weer die *knap*. Ik vloekte hartgrondig. Niet om de pijn, niet om het feit dat ik een halve kilometer moest kruipen. Maar omdat ik ze in rook zag opgaan, mijn ontspannen rondjes in de valavond. Mijn halfuurtjes met enkel benen en een leeg hoofd.
Ik probeerde nog een aantal keer halfslachtig, maar iedere keer na nog geen vierhonderd meter voelde ik mijn kuitspier aanspannen en was daar weer die zweepslag op mijn spieren. De loopschoenen vlogen terug naar hun donker hoekje.

'Gaan we anders eens weer een toertje lopen', vroeg zij die regelmatig baantjes naast mij trekt in het zwembad op een mooie winterdag. De zonsondergang kleurde de ramen van het zwembad goud-oranje en plots snakte ik weer naar de weilanden en frisse lucht in plaats van zwembadtegeltjes en chloorgeuren. Ik diepte mijn loopschoenen op en keek of Evy nog leefde, daar in de krochten van mijn telefoon. En begon opnieuw, voor de zoveelste keer.

Altijd terug naar het eerste leerjaar van de loopschool, met een schooljaar dat loopt van maart tot november. Zo voelt het toch. Mijn lijf lijkt keer op keer vergeten te zijn dat het dat kan. Een half uur lopen. Na vijf minuten doet alles pijn en is er geen adem meer over. Maar ik loop. Elke keer een beetje langer en elke keer een beetje minder bang voor de *knap*.

dinsdag 27 mei 2014

Punthoofd

Ik weet niet hoe het met uw hoofd zit, maar in het mijne kan er best wel een zootje rondkolken.
De grote schuldige ben ik zelf. De hele dag kap ik er dingen in. To-do's, kleine zorgen en vraagtekens. Tegen de avond kan dat samen al eens goed gaan gisten en mijn hoofd in een puntvorm duwen. Niet mijn favoriete vorm van hoofd. Op zoek naar een oplossing las ik boeken, lag ik in bad te weken of kroop vroeg in bed. Maar wat echt blijkt te helpen, is vreemd genoeg lopen.

Een echte loper zal ik nooit worden. Als het te koud wordt, zoek ik liever het water van het zwembad op. Of hang ik op de zetel. En zodoende mik ik eigenhandig mijn opgebouwde conditie in de prullenbak. Maar steevast in februari kriebelt het weer. Niet dat het elk jaar even vlotjes gaat om de draad op te pikken.

Ook dit jaar. In het begin was er geen ruimte meer om te denken. Ik was druk bezig met voldoende adem binnen te krijgen, de ene voet voor de andere te zetten en telkens die ene minuut meer uit te lopen. Maar niet denken, dat blijkt wonderwel positief te zijn voor een hoofd dat te vol zit.
Maar op den duur kwam er adem, conditie en endorfines. Ooh wat hou ik van endorfines.
Even weg zijn hielp ook om dat hoofd leeg te maken. Niet alleen weg van thuis waar er altijd was, afwas en op te zuigen kruimels lijken te zijn. Vaak genoeg ook even weg van het ge-mamaaaah. 

Realitycheck voor het geval u denkt dat ik sierlijk als een hinde door de velden spurt:
Ik kom steevast thuis met een purper hoofd.
De volgende dag raak ik één van de twee keren moeilijker de trap op en af.
Ik weet ondertussen dat je krampen kan krijgen op tal van plaatsen die ik niet wist dat ik had.
Maar... het is het allemaal waard om met een iets leger hoofd de avond in te gaan.




vrijdag 25 april 2014

Moordend

'Je bent goed bezig, mama' mompelde de dochter terwijl ze zich over haar zwarte zandkasteel boog. Ze peuterde wat wortelresten uit het zand dat ik in de kruiwagen schepte en versierde minutieus haar bouwwerk. 'Niet opgeven hoor.'
Ik pufte, zweette, knarste met mijn tanden en mikte nog een schep zwart zand op de hoop.
Het klonk nochtans heel simpel. 'En dan graaf hier waar het terras komt, alles een twintigtal centimeter af.' Klinkt als weinig werk. Toch? Dat deed het alvast in mijn oren.
Blijkt dat dat best een karwei is. Wist u wel. En weet ik nu ook.

Maar goed, na een namiddag graven en mij en de kruiwagen een weg laveren tussen het zwarte zandkastelendorp dat mijn kinderen lieten verrijzen, trok ik mijn loopschoenen aan en de voordeur dicht voor een half uur gewoon het landschap, muziek in mijn oren en de kadans van mijn voeten.

's Avonds in de douche voelde ik dat er iets niet klopte. 's Nachts werd er weinig geslapen en de volgende morgen was 'sta op' een onmogelijke opdracht.
Lief keek me smalend aan toen ik de trap afstrompelde.
'Zie je wel, nergens goed voor dat sporten'.
Juist ja, twee uur staan graven in de tuin en loodzware kruiwagens verrijden, daar heeft je rug geen last van. Maar een half uurtje rustig joggen... dat is moordend voor rugspieren.

vrijdag 25 november 2011

Gepaaid met een fabel

Conditie opbouwen dat is een fabel. Ik dacht altijd dat conditie iets was zoals sparen. Als je trouw geld op je spaarrekening stort, dan groeit die aan. Stort je een tijdje niet, dan behoud je nog altijd het bedrag dat je tot dan toe spaarde. Niet zo dus met conditie!
Meer dan tien maanden ging ik trouw tweemaal in de week lopen.
En toen kwamen er de verbouwingen, avonden vol overuren, avonden waar het echt te koud was om nog een teen buiten te steken, avonden waar het te donker was om zonder een spoortje van fluo door de straten te gaan hollen, avonden waar ik te moe was om de trap op te lopen en in de zetel in slaap viel. En voor ik het wist verstreken zomaar zes weken. Maar geen nood. Ik had tien maand trouw tweemaal per week gelopen, ik had een basis om op terug te vallen.
Dus toen het deze week op alle vlakken meezat (de fluo-accessoires waren in mijn bezit, het was niet te koud, mijn loopmaatje had tijd, ik had mezelf geen kans gegeven om in de zetel in slaap te vallen) stonden we lichtgevend en al klaar om onze toer te lopen.
En wat bleek? Conditie blijft helemaal niet op je wachten tot je weer tijd hebt om eraan te werken. Kijk je er enkele weken niet naar om, dan pakt die conditie zijn boeltje bij elkaar en verlaat ie het pand.
De toer werd dus ingekort. En zo droop ik - goed zichtbaar in het donker - met een tong tot op mijn knieën en weer een illusie armer naar mijn zetel, om daar prompt in slaap te vallen.

donderdag 13 oktober 2011

Weg lopen

De zon kleurt de hemel rood en paars. Het ruikt naar herfst, naar natte bladeren en mul zand. Het voelt als herfst, met warm zweet op mijn rug en koude lucht op mijn voorhoofd.
Rustig lopen we onze wekelijkse toer. Niet opgejaagd door opgelegde kilometers, tijden of afstanden. We lopen ons rondje zoals we dat al sinds maart doen. Naast de velden die eerst begroeid waren met onkruid, daarna vers omgeploegd om dan helemaal uit te drogen tijdens de te warme lente. We liepen langs frisse plantjes die later in de zomer hoge maïsplanten werden.
De velden zijn nu weer kaal. Het is bijna weer even koud als toen we begonnen.
Het ziet er waarschijnlijk vredig uit, als je ons zo samen ziet draven. Niet snel, wel perfect in cadans. Voeten in hetzelfde ritme, armen in hetzelfde ritme en witte wolkjes die ons pad markeren.

Maar niet alles is zo vredig. In mijn oren klinkt op eindeloze repeat dit:

Het enige lied dat mijn voeten altijd in het juiste ritme laat lopen.

maandag 13 september 2010

Ooh, was het een wedstrijd?

Een eerste loopwedstrijd is net zo onwennig als een eerste schooldag of een eerste werkdag. Zo stond ik er ook, zo tussen honderden lopers: onwennig.
Een eerste loopwedstrijd is niet meer dan bewijzen: dit kan ik! Mijn voeten maalden de woorden: niet opgeven, doorlopen, niet opgeven, doorlopen. En ik liep. Verbijsterend traag aan de groep voor mij te zien. Toch niet zo traag, als ik door de bocht ging en de achterliggers zag lopen.
Een eerste loopwedstrijd is niet ontspannen. Het is je grenzen tastbaar voor je uit zien lopen. Jezelf in de teugels houden en niet voorbij galopperen.
Een eerste loopwedstrijd is uitkijken naar bekende gezichten die je een huphuphup toejuichen.Mijn eerste loopwedstrijd finishte ik samen met een kwieke zeventiger. Ik fantaseer er graag bij dat dit zijn laatste was en mijn eerste. Maar dat is mijn zwak voor het verhaal achter de dingen.

dinsdag 10 augustus 2010

5

Verstrooid staarde het oude mannetje me aan toen ik mijn fiets vastklikte aan het fietsrek. Ik sjorde wat aan de pijpen van mijn korte broek, maar een short heet niets voor niets een short. Met een diepe ademteug en een klik voor de muziek in mijn oren jogde ik de andere kant op.
Ik jogde langs kersverse mama's en papa's, geoefende lopers, rode lopers, bankzitters, picknickende gezinnen, honden, mensen die die honden beter aan de lijn zouden houden. Ik knikte naar lopers die vriendelijk hun hand op staken. Ik werd bijna omver gelopen door veel betere lopers die niet genoeg hadden aan een pad van twee meter breed.
Ik schakelde mijn shuffle op repeat en draafde verder op iets veel te luid en veel te hard van Daft Punk.
Knalrood en wat duizelig tikte ik het verkeersbord bij mijn fiets aan. Mijn finish voor mijn eerste halfuur lopen en meteen ook mijn eerste 5. Het oude mannetje zat er nog steeds. Zijn blik gleed van mijn bezwete hoofd naar mijn benen die nog wat wiebelig aanvoelden. Laat die short maar een short zijn. De eerste 5 km stond op mijn palmares. Alle getuigen waren goed, zelfs dat verstrooide mannetje dat alleen maar naar mijn benen keek.

donderdag 27 augustus 2009

Verdomd, toch geen loopblog

Eerst netjes klikken: en daarna lezen en ondertussen luisteren.

Vreemd hoe het gaat. Ik ben niemand meer in mijn loopschoenen en afgewassen sportkleren. Geen Kruimel, geen mama, geen collega. Ik ben twee benen die alles dragen. Ik draaf met de zon in mijn rug. Ik loop mijn schaduw achterna en voel hoe mijn lijf warm wordt. Ik ga er nog van houden. Van voeten die zelfstandig gaan lopen. Van handen die maaien. Van zweetdruppels die er wel zijn, maar die je niet voelt. Van alleen nog adem zijn, want die steek daar in mijn rechterheup die wil ik niet voelen. Van de warme avondlucht en het gevoel alleen maar te lopen. Draven op de tonen van de muziek in mijn oren en voor de rest helemaal en absoluut niets.

dinsdag 18 augustus 2009

Aah, daar gaat het dus om

En opeens gingen mijn voeten met mij op de loop. Ja, lees dit nog maar eens opnieuw: opeens gingen mijn voeten met mij op de loop.
Meestal is het andersom. Tenminste als ik Evy in mijn oren plug om in twintig minuten de kleur purperblauw te bekomen. Dan hijg en puf ik en tel ik gepijnigd tot 180 om zo het einde van de derde minuut lopen te halen. Want zelfs purperblauw ben ik blij dat ik AL drie minuten kan lopen zonder steendood neer te vallen op de kasseien waarover ik strompel.
Maar de laatste keer dus niet. Terwijl Evy in mijn oren toeterde hoe goed ik wel niet bezig was en dat dit toch veel vlotter ging dan ik gedacht had, niet? Wel toen keek ik naar beneden en mijn voeten die liepen. Die liepen zelfs vrij hard. En het voelde goed. Ik voelde me niet purperblauw. Ik voelde me zongebruind roze en ontspannen. En toen Evy riep dat ik flink was geweest en weer mocht wandelen, jogde ik vrolijk verder.

zondag 9 augustus 2009

Zie ze gaan
De kleinste is nu ongeveer even lang uit mijn buik als ze er in gezeten heeft. Maar die buik zelf heeft dat nog niet door. Die hangt en papt nog alsof ze elk moment een nieuwe eilandbewoner verwacht. Om die illusie de wereld uit te helpen, diepte ik Evy en haar StartToRun weer op uit de diepten van Liefs Ipod.
'Lijf, zeg maar dag tegen deze papbuik', mompelde ik en sprinte gezwind de straat uit met Evy's eerste les in mijn oren.
'Kruimel, zeg maar dag tegen het levenslicht', mompelde mijn lijf terug toen ik op het eind van les 1 sterretjes zag en de kamer voelbaar transformeerde in een paardjesmolen.
Les twee pakten we samen aan in een gezapiger tempo. Mijn lijf vond het oké en de sterretjes bleven uit.
Alleen, die ene wandelaar die me bijna inhaalde.
'Zie ze gaan, zo traag.'
Ik heb afgesproken met mijn lijf dat we onze oren toestopten na de eerste drie woorden. En er voor de lol een uitroepingsteken achter plaatsen.