Posts tonen met het label grotekleinedingen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label grotekleinedingen. Alle posts tonen

zaterdag 15 februari 2020

(On)nodig

'Je doet weer je mama-arm', klinkt het vanop de passagierszetel.
Vragend kijk ik mijn tiener aan. 'Mama-arm?'
'Ja, altijd als je moet remmen, bijvoorbeeld aan het rode licht, hou jij je arm voor me.'
Hij tikt op mijn pols die ik nog steeds voor zijn buik hou, terwijl we wachten tot het weer groen wordt.
'Eigenlijk is dat niet nodig, hé', mompelt hij. 'Ik heb mijn gordel aan.'
'Klopt', knik ik. 'Met die gordel ga jij nergens heen.' Mijn arm plooit terug en mijn vingers vinden de versnellingspook terug.
'En toch vind ik het leuk wanneer je dat doet', mompelt hij.

zondag 25 juni 2017

Luchtkus

Op het witte gordijn wiegt een zoen.
Vakkundig gekust door een meisje dat graag groot wil zijn
Een luchtkusje van haar roodgeschilderde mond vond een permanente bestemming.

De verloren gelopen zoen waait nu in de ochtendbries.

'Ben je boos?', fluistert ze.
Hoe kan ik?
(maar niet tegen haar zeggen)


donderdag 9 maart 2017

De foto die ik niet maakte #14

De zon poetst de lucht blauw tijdens één van die zeldzame lenteprikken in de staart van de winter. Het grijze geplens van regen ruimt voor heel even - een uur als we geluk hebben - plaats voor af en toe een aarzelende zonnestraal op je rug.
Ik fiets langs de Brugse Vesten. Het prille gras lijkt door een batterij instagramfilters gehaald te zijn. De levendige kleuren knallen me tegemoet terwijl ik rond de plassen slalom.

Daar waar een troep krokussen, sneeuwklokjes en narcissen collectief en kleurrijk hun kop opstaken, staat ook hij. Niet meer in de lente van zijn leven. (Eerder tegen het einde van een lange herfst.)
Tussen duim en wijsvinger houdt hij een klein bosje. Vier narcissen en een sneeuwklokje.
Het bosje lente kan niet wedijveren met de blik op zijn gezicht.
Een grijns zo breed als een driejarige die een extra snoepje kreeg.

dinsdag 17 maart 2015

Het is stiller

Soms is het al eens stiller hier in huis. Niet stil als in 'ik teken elfjes op mijn kamermuur' of 'ik smeer mezelf, mijn kleren, jas en schoenen in met badschuim'.
Neen, het is gewoon 'ik hang in de zetel en lees'- stil of 'ik teken en ben de wereld vergeten'-stil.

Maar vooral. Ik oefen heel hard in wachten met reageren als het niet stil is. Of beter: als het er oorverdovend luid aan toe gaat. Omdat die twee centimeter te dicht met zijn voet bij de ander zijn hand zit. Wanneer er één centimeter te schuin gekeken werd naar iemands zin. Er te luid op de trap gelopen werd 's morgens vroeg of teveel gesmakt op het dessertje in de zetel.

Waar ik me vroeger tussen het broer-zus gekibbel wrong voor er klappen vielen, trek ik nu aan mijn eigen handrem. Ik wacht, kijk en luister.
In het begin begeleid door een eindeloze reeks één-twee-drie-vier-vijf-zes-... tussen mijn oren. En af en toe beet ik wel heel erg hard op mijn tanden, vooral die keer dat er een stukje wang tussen zat. En tot mijn verwondering bleven de klappen die er vroeger altijd vielen omdat er een centimeter te schuin gekeken werd uit. In de plaats daarvan werd er wat met de ogen gerold, gezucht, opgeschoven en was de kwestie vergeten. Of schoof de dessertsmakker gelaten een metertje op.

En zo is het veel stiller, misschien omdat mijn brul-decibels wegvallen.
Maar vooral omdat er meer kan koelen zonder blazen dan ik zelf vermoedde.


woensdag 14 januari 2015

Wat beter helpt dan koffie

Sleep jezelf slaapdronken uit bed. Ja, het maakt niet uit hoe warm het is in jouw dekenfort. Neen, tuurlijk is die kamer bijlange zo warm niet. Ja, je blote tenen haasten zich vanzelf terug onder de dekens wanneer ze de temperatuur van de vloer voelen. Maar kom, bijt door. 
Douche - dat mag met warm water, ook wij kennen onze grenzen. Smeer en eet brood. Er mag zelfs een tas koffie bij. Helpen doet dat spul toch niet. Koffie is goed om een sliert slaap weg te blazen, een compleet wolkendek, daar is geen gat in te slaan. 
Zorg dat je kinderen ook wat brood binnenkrijgen. Neen, wakker word je daar niet van, maar belangrijk is het wel.
Kijk naar buiten.
Is het donker? Zie je wolkjes komen uit de monden van voorbijrijdende fietsers? Glinstert de weg met ijzel? Perfect. Of beter nog. Buigen bomen gewillig op de adem van de wind. Zie je mensen ploeteren terwijl regenwolken hen voorzien in een tweede douche. Ideaal! 


Spring - neen dat is teveel gevraagd - hijs jezelf op de fiets. Vergeet voor alle zekerheid je muts en handschoenen. Een jas mag, net zoals een sjaal - opnieuw ook wij kennen onze grenzen. 
Werp een blik op de temperatuur dat het bord boven de apotheek aangeeft.

Fiets je warm, wakker ben je nu zeker. 


dinsdag 21 oktober 2014

Weg met het lijstje 'kindermuziek'

Sinds er spotify op mijn telefoon zit, huist daar ook een lijstje kindermuziek tussen. Je weet wel, van die muziek die je zelf in eerste instantie mooi/leuk/ontroerend/vrolijk/pakkend vind tot het melodietje in kwestie geadopteerd wordt door je kroost. En je je na de elvendertigste maal pakweg 'Happy' in twee uur tijd niet meer kan herinneren wat je eigenlijk zo tof vond aan dat nummer.
Het lijstje in mijn telefoon bulkt van die liedjes. Allemaal vakkundig geadopteerd en vervolgens kapot geluisterd door de twee bewoners van de achterbank. Want dat is de enige plek waar ze nog naar die liedjes mogen luisteren.

Tijdens de laatste autorit * Moege-happy-ed en ge-letitgo-ed * koos ik de muziek:    Herfst in een liedje. Op de achterbank komt het binnen. Ik zie twee op en neer hupsende kopjes, bewegende rompen en tikkende schoenen. Iemand waagt een poging tot luchtgitaar. En we bollen vreedzaam door het landschap.

'Oooh, dat was een leuk liedje. Speel het nog een keer', klinkt het.
'Ammenooitniet', denk ik. 'Dit gaan jullie niet slopen.'
Het was de radio, jongens!
En stiekem sleep ik het naar mijn lijstje 'mooi voor de oren'.

dinsdag 27 mei 2014

Punthoofd

Ik weet niet hoe het met uw hoofd zit, maar in het mijne kan er best wel een zootje rondkolken.
De grote schuldige ben ik zelf. De hele dag kap ik er dingen in. To-do's, kleine zorgen en vraagtekens. Tegen de avond kan dat samen al eens goed gaan gisten en mijn hoofd in een puntvorm duwen. Niet mijn favoriete vorm van hoofd. Op zoek naar een oplossing las ik boeken, lag ik in bad te weken of kroop vroeg in bed. Maar wat echt blijkt te helpen, is vreemd genoeg lopen.

Een echte loper zal ik nooit worden. Als het te koud wordt, zoek ik liever het water van het zwembad op. Of hang ik op de zetel. En zodoende mik ik eigenhandig mijn opgebouwde conditie in de prullenbak. Maar steevast in februari kriebelt het weer. Niet dat het elk jaar even vlotjes gaat om de draad op te pikken.

Ook dit jaar. In het begin was er geen ruimte meer om te denken. Ik was druk bezig met voldoende adem binnen te krijgen, de ene voet voor de andere te zetten en telkens die ene minuut meer uit te lopen. Maar niet denken, dat blijkt wonderwel positief te zijn voor een hoofd dat te vol zit.
Maar op den duur kwam er adem, conditie en endorfines. Ooh wat hou ik van endorfines.
Even weg zijn hielp ook om dat hoofd leeg te maken. Niet alleen weg van thuis waar er altijd was, afwas en op te zuigen kruimels lijken te zijn. Vaak genoeg ook even weg van het ge-mamaaaah. 

Realitycheck voor het geval u denkt dat ik sierlijk als een hinde door de velden spurt:
Ik kom steevast thuis met een purper hoofd.
De volgende dag raak ik één van de twee keren moeilijker de trap op en af.
Ik weet ondertussen dat je krampen kan krijgen op tal van plaatsen die ik niet wist dat ik had.
Maar... het is het allemaal waard om met een iets leger hoofd de avond in te gaan.




maandag 17 december 2012

Geluk met eieren, bloem en suiker

Zondagmorgen 8.30 u. Nog in pyjama en met haar dat alle kanten oppiekt weeg ik bloem en steek de oven aan. Aan de andere kant van het eiland piepen twee paar ogen net boven het werkblad uit. Klaar om elk op zijn beurt suiker, boter en bloem dooreen te spatelen.

Zondagmorgen 9 u. Ik rol samen met twee paar kinderhandjes deeg tot koekjesbolletjes. Ze glimmen van handen tot ellebogen door het smeuige deeg. KleineMeid verdeelt de buit eerlijk. Een bolletje voor de bakplaat, één voor haar. Wanneer alles in de oven staat laat ik twee kinderen ten (bad)water en hoor hoe daar verder koekjes gebakken worden van badschuim en schijfjes water.

Zondagmorgen 10 u. Het bord met de koekjes die nog even stonden af te koelen is leeg.
'Neen, neen, neen', schudt KleineMeid haar hoofd. 'Ik heb geen koekjes gegeten.' Terwijl ze hoofdschuddend haar onschuld staande houdt vliegen de koekkruimels die op haar wangen plakten in het rond.

Zondagmorgen 10.10 u. Ik weeg bloem en steek de oven opnieuw aan. Aan de andere kant van het eiland piepen twee paar ogen net boven het werkblad uit. Het suiker, boter en bloem spatelen nog lang niet moe.

Neen, mij straf je niet als ik in de weer mag zijn met boter, bloem en suiker.

vrijdag 7 december 2012

Reden

De sneeuw was de reden. Om niet in de auto te stappen en een uur of meer richting werk te rijden.
Om mijn kinderen in dikke kleren te verpakken en gelaarsd en gemutst samen naar school te wandelen.
Omdat ene lijstje aan te pakken. Zo'n lijstje dat er ligt voor het geval er tijd en puf is. Wat er de laatste maand nooit was. En zo stuurde ik na drie uur wat artikels voor het schoolkrantje van mijn kroost door, vond ik eindelijk het winterdeel van het dekbed terug (in een valies onderaan een stapel in de zolder-kelder, hoe komt die daar nu?). Sloopte ik eigenhandig een kamp en een knikkerbaan en verbouwde in één moeite de speelhoek van diens bouwheren.
Wat rommelen in ons huis en mijn lijst maakt mijn gemoed weer wat rustiger, losse touwtjes in mijn hoofd hebben hun plek gevonden.
Rest mij niets anders te doen dan voor de kachel te ploffen met een restje boek en een nieuwe Flow.

Ik zeg, dankje sneeuw