donderdag 19 juni 2003

Verstoppertje
Ik loer onder het bed, trek de kasten open, onderzoek de zolder, kijk nog eens onder bed, maar ik vind het niet en dat knaagt aan me. Het gevoel iets kwijt te zijn. Niet echt kwijt, maar verloren. Het zwerft ergens rond in huis, zonder dat ik weet waar.
Ik ben een pull en een schoudertas kwijt. Verloren. Ik heb ze niet nodig. Het is te warm voor een pull en ik heb nog een lade vol tassen en rugzakken. Maar ik wil ze terug. Ik wil weten waar ze zich verstoppen.

In gedachten zie ik ze achter deuren wegsluipen, vlug van kamer veranderen als ik even de trap oploop. Voorzichtig in de lade springen die ik juist gecontroleerd heb. Ik zie ze de handen in elkaar slaan. Of beter een high five met mouw en draagriem. Ze grinniken als ik voorbij stuif, koortsachtig nadenkend waar ik nog zou kunnen zoeken.
Het is bijna 8 uur en ik moet naar mijn werk vertrekken. “Oké, ik geef het op!”, grom ik. Ik trek de lade open om mijn sleutels te pakken en sla de deur achter me toe. Wedden dat ze nu uit hun schuilplaats te voorschijn komen, zich languit op het bed laten vallen en genieten van hun overwinning?

Geen opmerkingen: